logo 7 rassenclub

Nationale Havana-, Alaska-, Gouwenaar-, Luchs-, Beige-, Parelfeh- en 
Marburger Feh- Club

foto 7rassenclub

Introductie

Club

Rassen

Havana
Alaska
Gouwenaar
Luchs
Parelfeh

Beige
Marburger Feh

Activiteiten

Showuitslagen

Foto's

Links

Gastenboek

Beige

beige

De Beige is een creatie van de heer Brinks uit Rotterdam. Hij fokte de Beige uit Gouwenaars en madagascarkleurige Papillons. De Beige werd in 1939 aan de standaardcommisie onder voorzitterschap van de heer Schaedtler ter erkenning voorgelegd. Schaedtler was erg onder de indruk van de tere kleur, de fraaie conditie en de prachtige, glanzende pels. Hij wist het ras en zijn genetische formule op de juiste waarde in te schatten en had grote invloed bij de erkenning in de standaard op 1 mei 1940. In de Tweede Wereldoorlog is het ras grotendeels verloren gegaan. De heer Van Swaemen fokte de Beige echter terug uit Luchs en Gouwenaar.

De standaard (NKB uitgave 2007) stelt de volgende eisen aan de Beige:


Het land van oorsprong is Nederland
.
Is in Nederland erkend in 1940.


Genetische symbolen:


abCde (Int.)
     Abcdg (Duits)
abCde              Abcdg

Puntenschaal Groep 4. Kleurpatroon/uitmonstering

Pos.

Onderdeel

Punten

1

Gewicht

10

2

Type, bouw en stelling

20

3

Pels en pelsconditie

20

4

Kleurpatroon/uitmonstering

15

5

Dek- en buikkleur

15

6

Tussen- en grondkleur

15

7

Lichaamsconditie en verzorging

5

Totaal

100

1. Gewicht
Het gewicht is 2,50 tot 3,50 kg.
Puntenschaal voor het gewicht:

Gew. (kg)

2,25-2,50

2,50-2,80

2,80-3,50

Punten

8

9

10

2. Type, bouw en stelling
Het type is geblokt (typegroep D) met weinig hals. De bouw is breed in voor- en achterhand met fraaie afrondingen. De benen zijn stevig en kort. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. De kop is krachtig ontwikkeld met brede snuit, kaken en wangen. De oren zijn stevig van structuur met lepelvormig afgeronde oortoppen, zijn goed behaard en worden V-vormig gedragen de oorlengte is 9-12 cm, ideaal is 9,5-11,5 cm. Het geheel in harmonie met het lichaam. Een geringe wamaanzet of halskraagje is slechts toegestaan bij overjarige vrouwelijke dieren.

3. Pels en pelsconditie
De pels is van normale lengte, is dicht ingeplant, heeft een normale hoeveelheid aan onderhaar, is iets fijn van structuur, zacht en glanzend.
Pelsconditie:
Ideaal is een geheel doorgehaarde pels zonder een dun behaard of kaal plekje. De pels moet glanzend en aanliggend zijn. Verharing herkent men duidelijk aan de oude afstervende haren en het nieuwe krachtig gekleurde haar, dat al is waar te nemen. Niet enkele in het rond vliegende haren, maar flink loslatend haar is als verharing te beschouwen. Een fraaie pels moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Het haar moet regelmatig van lengte zijn,
- Het haar moet goed aanliggen,
- De verhouding grannen-, dek- en onderhaar moet fraai zijn,
- De elasticiteit van de grannen- en dekhaar moet stevig zijn,
- De pels moet glanzen,
- De pels moet volledig doorgehaard zijn,
- Bij inblazen mag de huis niet waarneembaar zijn.

Lichte fouten pels
Een pelslengte die iets langer of iets korter is dan in de rasbeschrijving is aangegeven.
Iets stugge-, zachte of losse pels. Iets weinig onderhaar. Iets ongelijke pels en platen ontstaan door verharing. Iets open pels. Wat weinig glans. Iets dun  behaarde oren of oorranden. Iets dun behaarde nek. Kleine kale plekjes of lichte beschadigingen welke door het omliggende haar kunnen worden bedekt. Kleine korstjes of enkele foutief gekleurde haren op beschadigde delen. Enkele klitten.

Zware fouten pels
Pelslengte die te sterk afwijkt van die in de rasbeschrijving is aangegeven. Zeer weinig onderhaar. Zeer sterke verharing, waardoor een beoordeling van onderhaar, dekhaar of kleur onmogelijk is. Een open ene stroeve pels zonder glans. Kale plekken die niet door de omliggende haren bedekt kunnen worden. Door ernstige beten ontstane kale plekken, korsten of knobbels. Ernstige verwondingen aan de voetzolen. Te dun behaarde oren. Veel klitten.

4. Kleurpatroon/uitmonstering
Het kleurpatroon bestaat uit de vaal lichtblauwe (gouwenaarskleurige) sluier, welke zich uitstrekt over snuit, oren, borst, onderste gedeelte van de schouders, flanken, achterhand, benen een bovenzijde staart. De sluierkleur verdunt zich op de flanken sterk naar boven en toont zich het meest op de snuit, benen en oren. De sluier op onderste gedeelte van de schouders, flanken en achterhand is slechts in geringe mate waarneembaar. Het voorhoofd is veel lichter gesluierd en toont zo veel mogelijk dezelfde kleur en waas als dekkleur.

5. Dek- en buikkleur
De dekkleur is geel. De dekharen zijn vaal lichtblauw  gepunt. Hierdoor ontstaat een ijle vaal lichtblauwe waas, waar de gele dekkleur doorheen schijnt. De oogkleur is grijsblauw en vertoond onder een bepaalde belichting een rode gloed. De snorharen zijn vaal lichtblauw gekleurd. De nagels zijn hoornkleurig. De buikkleur is vaal lichtblauw en egaal van kleur. De onderzijde van de staart volgt de buikkleur zoveel mogelijk. De onderzijde van de staartpunt mag iets lichter gekleurd zijn.

6. Tussen- en grondkleur
De tussenkleur is geel en loopt zoveel mogelijk naar de haarbasis over. Hoe dieper het geel zich naar de haarbasis uitstrekt hoe beter. De grondkleur van het dek is  iets lichter dan de tussenkleur. De onderkleur van de buik is geel aanwezig.

7. Lichaamsconditie en verzorging
Het spreekt vanzelf dat op een tentoonstelling of keuring het konijn in de beste conditie aanwezig moet zijn. Het lichaam goed bevleesd en gespierd en voelt hard aan. Slappe, magere of te vette dieren zijn ongewenst. De nagels worden regelmatig en evenwijdig met het loopvlak, zonder het “leven” te raken geknipt, ook de duimnagels. Het gehele dier, met name de pels, voetzolen, de nagels, de binnenzijde van de oren, de geslachtsdelen en rondom de anus moet schoon zijn. De pels is vrij van klitten. Het oog is helder en tintelt van levenslust. Een dier dat aan de keuring meedoet, dient goed getraind te zijn, zodat de aanwezige rasadel door een goede stelling wordt getoond.

Lichte fouten
Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets lange pels. Iets donker voorhoofd. Iets weinig waas. Iets donkere dekkleur. Iets lichte dekkleur.  Iets onregelmatige dekkleur. Iets ongelijke dekkleur. Iets roestaanslag. Enkele witte haren. Enkele witte haartoppen. Iets lichte buikkleur. Iets lichte kleur onderzijde staart. Iets lichte oogkleur. Iets lichte nagelkleur Enkele witte snorharen. Iets donkere tussenkleur. Iets lichte tussenkleur. Iets smalle tussenkleur. Iets donkere buikkleur. 
Iets vuile voetzolen, onderzijde van de staart, of andere delen van de pels. Iets vuile oren. Iets vuile geslachtsdelen. Iets vuil rond de anusopening. Iets vuile nagels. Iets lange nagels. Iets huidschilfering op de schouders of in de nek. Iets dun behaarde hakken. Iets kale plekje(s) welke nog door het omliggende haar wordt bedekt.

Zware fouten
Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Te lange pels. Geheel donker voorhoofd. Te weinig waas. Te donkere dekkleur Te lichte dekkleur. Te onregelmatige dekkleur. Te veel roestaanslag. Te veel witte haren. Te veel witte haartoppen. Te lichte buikkleur. Te lichte onderzijde staart. Te lichte oogkleur. Te lichte nagelkleur. Te veel witte snorharen. Te donkere tussenkleur. Te lichte tussenkleur. Te smalle tussenkleur. Grauwe of blauwe grondkleur. Te donkere buikkleur.
Zeer sterke vervuiling. Harde mestballetjes aan de nagels. Te vet of te mager, waardoor aan de conditie te veel afbreuk wordt gedaan. Zeer lange nagels. Zeer slecht pelsconditie. Ernstige huidschilfers op het lichaam. Kale plek(ken) die niet door het omliggende haar kunnen worden bedekt.


Copyright © 2011 zevenrassenclub
door Webdesign Sidi, mjvanloo